Bij een huurovereenkomst van gemeen recht of een handelshuur is de registratie betalend en meestal draagt de huurder de registratiekosten.
Bij het afsluiten van een huurcontract voor bedrijfsvastgoed zoals een winkelpand of kantoorruimte, moet dit huurcontract geregistreerd worden.
Zowel de huurder als verhuurder zijn verantwoordelijk om de huurovereenkomst binnen de 4 maanden te registreren. Indien dit niet (tijdig) wordt gedaan, kunnen beide partijen hiervoor beboet worden.
In de meeste huurcontracten worden de kosten van registratie ten laste van de huurder gelegd. Deze bedraagt 0,2% van het totaalbedrag van de huurprijs en de lasten die aan de huurder zijn opgelegd voor de duur van het huurcontract. Betreft het een huurovereenkomst van onbepaalde duur, dan moet de jaarlijkse huurprijs en lasten vermenigvuldigd worden met tien en betreft het registratierecht 0,2% van het zo bekomen bedrag.
De enige uitzondering op de betaling van het registratierecht van 0,2%, is de verhuur van opslagruimten en parkeerplaatsen, waar enkel het vast registratierecht van 50 euro moet betaald worden.
Door de registratie is de huurovereenkomst tegenstelbaar en dus afdwingbaar is t.o.v. bijvoorbeeld toekomstige kopers van het pand en dient de huurovereenkomst gerespecteerd worden door andere partijen dan de verhuurder en huurder die opgenomen zijn in de huurovereenkomst.